Een interinstitutionele controverse: de zaak van Fiona Scott Morton
Gepubliceerd op 31/07/2023Nu ze het laatste jaar van haar mandaat ingaat, heeft de Europese Commissie onlangs opgeroepen tot een controverse die veel gevolgen kan hebben, maar ook vol vragen zit door op 11 juli de benoeming af te dwingen van Fiona Scott Morton, een gerenommeerde econoom van Yale University die gespecialiseerd is in mededingingskwesties, op een belangrijke post... voordat ze op 19 juli ontslag nam als reactie op de verontwaardiging.
Deze benoeming was hoofdeconoom bij het almachtige DG Concurrentie van de Commissie, een invloedrijke functie die een centrale rol speelt in het concurrentiebeleid, een exclusieve bevoegdheid van de Europese Unie. Het werd voorgesteld door vicevoorzitter Vestager (die ook kandidaat is voor het voorzitterschap van de Europese Investeringsbank), die haar standpunten over het onderwerp naar voren bracht. onmiskenbare professionele kwaliteiten en ervaring voor de functie. Het lijkt er echter op dat deze benoeming heeft plaatsgevonden zonder debat tijdens de wekelijkse vergadering van het College en zonder dat de commissarissen naar behoren waren geïnformeerd over de Amerikaanse nationaliteit van Fiona Scott Morton of haar mogelijke belangenconflicten.
Het feit dat Fiona Scott Morton Amerikaanse is, heeft vragen opgeroepen over de onafhankelijkheid van de Europese Unie ten opzichte van de Verenigde Staten, die economische oorlog voeren door middel van hun extraterritoriale strafrecht. Bovendien verschilt het Amerikaanse mededingingsbeleid van dat in Europa, waarbij de VS een meer laissez-faire benadering hanteren. Fiona Scott Morton, als hoofdeconoom onder de regering-Obama, zou daarom in haar nieuwe functie een al te milde kijk op bedrijven, vooral in de digitale sector, kunnen hebben geïmporteerd.
Integendeel, in een redactioneel artikel in "Sauvons l'Europe" merkt ze op dat ze de theorieën van de Chicago School bekritiseert, waarop de laissez-faire benadering is gebaseerd, omdat ze deze als achterhaald en grotendeels onjuist beschouwt. Ze wordt gesteund door veel economen die gespecialiseerd zijn in mededinging en industriële economie.
Haar tijd bij het Amerikaanse ministerie van Justitie leidde ertoe dat ze zich ging bezighouden met economisch beleid. Ze bekritiseert de Chicago School niet alleen om zijn theoretische verdiensten, maar ook omdat het een instrument is geworden om de controlebeslissingen van overheden te verlammen ten gunste van bedrijven. Ze stelt nieuwe instrumenten voor het concurrentiebeleid voor en streeft naar een academische consensus om zich te verzetten tegen de huidige doctrine van de Amerikaanse rechtbanken, die bedrijven bevoordeelt op het vlak van bewijsvoering (het is de staat die de schadelijkheid van een praktijk moet bewijzen, niet het bedrijf de onschadelijkheid ervan).
Door Fiona Scott Morton aan te werven heeft de Europese Commissie zich mogelijk verzekerd van de steun van een leidende figuur in de Amerikaanse antitrustbeweging, waarvoor zij instrumenten en benaderingen voorstelt die vergelijkbaar zijn met die welke door de Europese Unie worden gebruikt om praktijken of concentraties te beoordelen.
Een ander punt van zorg was de mogelijke belangenverstrengeling van Fiona Scott Morton op digitaal gebied, dat centraal staat in het actieprogramma van de Commissie. Ze heeft voor verschillende Amerikaanse bedrijven in de sector gewerkt, maar de details van haar werk zijn onduidelijk. De Commissie vermeldde dat ze twee jaar lang niet betrokken zou zijn bij de zaken waar ze eerder aan werkte, maar om welke bedrijven het precies ging is niet duidelijk.
Deze controverse benadrukt de ondoorzichtige procedures van de Europese Commissie voor het maken van benoemingen op belangrijke posten.[1]. De benoeming van Fiona Scott Morton had baat kunnen hebben bij een diepgaande discussie voordat deze definitief werd gemaakt. Bovendien was mevrouw Vestager niet in staat om haar keuze effectief te verdedigen, met name tegenover leden van het Europees Parlement, door twijfels over mogelijke belangenconflicten op te werpen en door onvoldoende informatie te verstrekken over de diensten die Fiona Scott Morton aan digitale bedrijven levert.
Uiteindelijk legde Fiona Scott Morton haar functie neer, expliciet verwijzend naar de politieke problemen die waren ontstaan. naar nationaliteit.
Dat hangt af van je standpunt.
Het is interessant om twee analyses te vergelijken die respectievelijk zijn gepubliceerd in de Franse krant "Libération "dat het standpunt van zijn Brusselse correspondent Jean Quatremer weergeeft en POLITICO Europa die een veel Amerikaanser en conservatiever standpunt presenteert.
Jean Quatremer is van mening dat deze episode de voorzitter van de Commissie, Ursula von der Leyen, en de commissaris voor Mededinging, Margrethe Vestager, verzwakt heeft. Hij wijst erop dat zij een politieke fout hebben gemaakt door de nationaliteit van Scott Morton te verzwijgen voor de zevenentwintig commissarissen (die het via Twitter zouden hebben ontdekt) en door de reacties van de lidstaten op de ongebruikelijke benoeming van een niet-Europees hooggeplaatst personeelslid niet te testen.[2].
Hij denkt dat dit gevolgen zal hebben voor mevrouw Vestager, die van plan is onbetaald verlof op te nemen om zich kandidaat te stellen voor het presidentschap van de Europese Investeringsbank. Haar weigering om terug te krabbelen ondanks de bedenkingen van bepaalde lidstaten (met name Frankrijk bij monde van zijn president) en de arrogantie die ze tentoonspreidde tijdens haar hoorzitting voor het Europees Parlement ondermijnen haar gezag.
De auteur wijst er ook op dat U. Von der Leyen niet ongeschonden uit de strijd zal komen, aangezien zij waarschijnlijk achter de benoeming van F. Scott Morton zat. Zijn vertrouwen in de lidstatenVooral Frankrijk, dat haar steunde, is geschokt en dit kan problematisch zijn als ze vraagt om verlenging van haar mandaat.
Tot slot vermeldt hij kritiek van het Europees ParlementDe drie belangrijkste fracties (de conservatieven in de EVP, de socialisten en de liberalen in Renew) hadden gevraagd om de benoeming te heroverwegen vanwege de nationaliteit van F. Scott Morton en mogelijke belangenconflicten. Hij merkt op dat dit niet het geval was voor de Groene Fractie, die de benoeming steunde. De Commissie had minachting getoond door dit verzoek te weigeren, wat nadelig zou kunnen zijn als ze de steun van het Parlement voor een nieuw mandaat wil krijgen.
Tot slot merkt Jean Quatremer op dat U. von der Leyen intern verzwakt is, aangezien de Franse, Spaanse, Italiaanse, Portugese, Luxemburgse en Belgische commissarissen ook hebben opgeroepen om haar benoeming te heroverwegen.
Van zijn kant, de auteur van een artikel voor Politico Europe (een Amerikaans politiek medium dat eigendom is van de conservatieve Duitse persgroep Axel Springer) merkt op dat Fiona Scott Morton de emblematische figuur is geworden van antitrustlobby's en trans-Atlantische ruzies over concurrentie en economisch beleid.
Ze is gespecialiseerd in mededingingsrecht, met name in de digitale sector, en zou de eerste vrouw en de eerste Amerikaanse zijn geweest die deze sleutelpositie zou hebben bekleed. Ze had een sleutelrol kunnen spelen bij de uitvoering van de Europese antitrusthervorming in verband met de Digital Markets Act, die al in werking is getreden maar waarvan de regels volledig van toepassing zullen zijn in maart 2024.
Echter, "Franse belangen" werkten hard tegen haar benoeming, met het argument dat ze potentiële belangenconflicten vertegenwoordigde vanwege haar werk als adviseur van grote Amerikaanse technologiebedrijven. De auteur gelooft dat mevrouw Scott Morton zich zou hebben verzet tegen mensen zoals Frankrijk die in de verleiding zouden zijn gekomen om de concurrentieregels zodanig vorm te geven dat Europese bedrijven bevoordeeld zouden worden.
Politico belicht de verschillen tussen het digitale en concurrentiebeleid van de EU en de VS.
Tot slot concludeert het artikel dat de EU zichzelf enkele belangrijke vragen moet stellen over benoemingen op sleutelposten. Zo moet ze beslissen of ze voor de beste persoon voor de job gaat of de voorkeur geeft aan een Europese kandidaat en of ze een concurrentiebeleid gaat voeren dat gebaseerd is op bewijzen en procedures of een meer protectionistisch beleid.
Conclusies:
Deze zaak heeft vele facetten Europees versus Amerikaans economisch en mededingingsbeleid, belangenconflicten, procedures voor benoemingen op sleutelposten inclusief samenwerking, overleg en instemming van de andere instellingen (hoewel niet formeel vereist voor ambtenaren, behalve voor de beloning van speciale adviseurs), risico's van buitenlandse inmenging in de besluiten van de instellingen (het EP is nog niet klaar met Qatargate), en verdediging van de Europese soevereiniteit ....
Het aftreden van Fiona Scott Morton heeft een einde gemaakt aan de recente mediastorm, maar de vragen en gevolgen blijven. Wat doorslaggevend is, is de politieke intelligentie van de verantwoordelijken instellingen, om de gevolgen van hun beslissingen te voorzien en van tevoren in te schatten hoe ernstig deze zullen zijn voor anderen, inclusief de publieke opinie. de voor- en nadelen tegen elkaar afwegen. La transparantie en respect voor de regels (Als dit niet gebeurt, zal het imago van Europa worden beschadigd en zullen de populistische soevereinisten hiervan profiteren. Met de volgende Europese verkiezingen voor de deur is dit niet het moment.
Redactiecomité
[1] De benoeming van de kabinetschef van voormalig voorzitter J-C. Juncker tot secretaris-generaal van de Commissie gaf aanleiding tot dezelfde soort controverse en leidde tot zijn ongeldigverklaring. We kunnen ook de benoeming van de kabinetschef van president Metsola tot SG van het Europees Parlement noemen.
[2] Artikel 28 van het Statuut van de ambtenaren en andere personeelsleden van de Europese Gemeenschappen bepaalt dat "behoudens afwijkende bepalingen, niemand tot ambtenaar kan worden benoemd dan indien hij onderdaan is van een der lidstaten ..." en artikel 29, lid 2, bepaalt dat "in uitzonderlijke gevallen voor betrekkingen waarvoor bijzondere kundigheden vereist zijn, een andere aanwervingsprocedure kan worden gevolgd dan die van een vergelijkend onderzoek".